Natuurinclusieve, extensieve veehouderij

Natuurinclusieve, extensieve veehouderij

Natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw en onderdeel van een veerkrachtig eco- en voedselsysteem. Het maakt optimaal gebruik van de natuurlijke omgeving en integreert die in de bedrijfsvoering. Daarnaast draagt natuurinclusieve landbouw actief bij aan de kwaliteit van diezelfde natuurlijke omgeving. Natuurinclusieve landbouw produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving, met een positief effect op de biodiversiteit. Volledig natuurinclusieve landbouw is grondgebonden, omdat een gezonde bodem de basis is. Dit laat onverlet dat de intensieve, niet-grondgebonden sectoren ook kunnen werken aan natuur. Denk bijvoorbeeld aan natuur op het erf en beperken van de impact op de omgeving in de niet-grondgebonden veehouderij (Erisman, 2017).

Voordelen voor de omgeving

Extensivering van boerenbedrijven draagt bij aan integrale verduurzaming. Extensieve landbouw heeft geen tot minder input van buiten nodig zoals kunstmest en bestrijdingsmiddelen en daardoor minder milieu-impact. Boeren die extensiveren zijn minder afhankelijk van grondstoffen van buitenaf. Extensivering biedt zowel dieren in de veehouderij als dieren in het wild ruimte voor een beter leven. Alle dieren in de veehouderij zouden de mogelijkheid moeten hebben om buiten te grazen, scharrelen of wroeten.

Voordelen voor de dieren

Minder dieren per vierkante meter en per hectare geeft dieren ook een beter welzijn: ze hebben meer ruimte om hun natuurlijke gedrag te vertonen. Toegang naar buiten biedt ruimte, frisse lucht, zonlicht, bioritme en ook meer variatie en keuzevrijheid, wat het welzijn verder bevordert. Bij rundvee zorgt meer weidegang ook voor minder ammoniak- en methaanemissie. Bij varkens en pluimvee kunnen het geven van uitloop en reduceren van emissies soms conflicteren. Op deze bedrijven is het belangrijk om diervriendelijke technieken toe te passen om emissies te reduceren, zoals het varkenstoilet of de mestschuifel. Daarnaast is het belangrijk dat het duidelijk wordt hoeveel dierwaardige veehouderij binnen de milieugrenzen van een gebied past. De milieugrenzen bepalen de activiteiten die mogelijk zijn in een gebied. Bij het toekennen van milieuruimte aan bedrijven moet gekeken worden naar hoe integraal duurzaam deze bedrijven zijn, daarbij hoort ook het niveau van dierenwelzijn. Extensieve, natuurinclusieve, diervriendelijkere bedrijven zouden voorrang moeten krijgen bij het toekennen van milieuruimte – stel hiervoor concrete prioriteitscriteria op.

Voordelen voor de boer

Met een natuurinclusieve en extensieve veehouderij opereert een boer binnen de lokale draagkracht van de natuur. Hierdoor is er meer zekerheid voor de boer om het bedrijf op deze locatie voort te kunnen zetten. Voor de bijdrage aan de biodiversiteit en kwaliteit van de lokale omgeving (ecologische diensten) kan een boer financieel beloond worden, bijvoorbeeld via ecoregelingen of andere subsidies, of via de markt. Zodoende kunnen de meerkosten gecompenseerd worden. Bovendien is natuurinclusieve landbouw grondgebonden. Er is minder tot geen grondstof van buitenaf zoals kunstmest en voer nodig. Boeren hebben zo minder kosten en zijn minder afhankelijk van een variabele grondstoffenmarkt.

Een vorm van natuurinclusieve landbouw is de Natuurbuurderij. Dit plan komt van drie boeren, en biedt boerenbedrijven in of nabij natuurgebieden een gezond verdienmodel én het draagt bij aan het oplossen van de stikstofproblematiek. Als uitgangspunt worden er geen nieuwe nutriënten in de vorm van kunstmest, krachtvoer of ander voer, bestrijdingsmiddelen of mest van elders aangevoerd. Het aantal dieren op het bedrijf is afgestemd op het aantal hectares en beschikbare voer daarvan, inclusief natuurgebieden waar gegraasd wordt en waar voer en stro geoogst wordt. Afgevoerde nutriënten in de vorm van geproduceerde producten worden gecompenseerd door de aanvoer van maaisel en mulch uit omliggende natuurgebieden. Het systeem is daarmee dus circulair. Dit zorgt samen met regeneratieve beweiding op kruidenrijke weides voor een reductie in stikstof- en broeikasgasemissies. Deze extensieve bedrijfsvoering heeft een lagere productie dan gangbare bedrijven. Om de transitie voor agrariërs mogelijk te maken, is er ondersteuning nodig van overheden, banken en marktpartijen. Bijvoorbeeld door producten van duurzame landbouw te promoten, een keten tot stand te brengen of door een waardedalingsregeling of dubbeldoelregeling van agrarische grond mogelijk te maken. In het verdienmodel van een Natuurbuurderij wordt er gericht op waardecreatie en wordt dit gecommuniceerd middels bijvoorbeeld keurmerken aan de consument. Zo kan de consument kiezen voor producten van duurzame landbouw.


Meer lezen? Kijk bijvoorbeeld hier:

Contact

Heb je een vraag? Of wil jouw organisatie ook meedoen aan deze campagne? Stuur ons een e-mail.