Minder dierlijk en meer plantaardig eiwit eten is goed voor dier, mens en milieu. Er hoeven minder dieren gehouden te worden voor voedselproductie, en de dieren die er nog wel zijn, kunnen op extensievere wijze worden gehouden. Voor de volksgezondheid heeft een plantaardiger dieet ook voordelen: zo is het risico op hart- en vaatziekten lager bij een eetpatroon met minder vlees en méér volkoren graanproducten, peulvruchten, groenten, fruit en noten.
Voordelen voor de omgeving
Daarnaast heeft een plantaardiger dieet een positieve impact op het milieu, omdat het minder water kost en een lagere CO2 voetafdruk heeft. Ook hoeft er veel minder landbouwgrond gebruikt te worden voor het verbouwen van veevoer – zo kan er meer landbouwgrond worden ingezet voor humane voedselproductie, voor het bouwen van woningen of voor het creëren van nieuwe natuur. Wageningen Universiteit heeft berekend dat vanuit het oogpunt van landgebruik, een dieet met ca. 21 g dierlijk eiwit per dag het meest duurzaam is. Op dit moment is dat gemiddeld 74 gram.
Voordelen voor het dier
Als er minder dierlijk eiwit wordt gegeten, hoeven er minder dieren gehouden worden. Dat draagt bij aan een veehouderij die beter past binnen de grenzen van het milieu en klimaat. Dit verlaagt ook de druk om zoveel mogelijk per dier te produceren, en verkleint daarmee de kans op dierenwelzijnsproblemen.
Voordelen voor de boer
Boeren kunnen profiteren van de eiwittransitie door (meer) gewassen voor directe humane consumptie te gaan produceren. In Nederland wordt er land gebruikt voor veevoerproductie wat ook geschikt zou zijn voor productie van plantaardige voeding voor mensen. Dit biedt boeren een kans om hier (een gedeelte van hun) inkomen mee te genereren, en hun bedrijf toekomstbestendiger te maken.
Meer lezen? Kijk bijvoorbeeld hier: